NOS Nieuws•
-
Francien Yntema
Redacteur binnenland
-
Francien Yntema
Redacteur binnenland
Het leefgebied van de wolf breidt zich uit in Nederland en naar verwachting neemt het aantal wolvenroedels in de toekomst met een factor tweeënhalf tot zes toe ten opzichte van de huidige negen bekende wolvenroedels. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research, in opdracht van het ministerie van Landbouw.
Vooral het noorden en oosten van Nederland blijken aantrekkelijk voor de wolf, stellen de onderzoekers; ze rekenen in de toekomst op zo’n 23 tot 56 Nederlandse wolvenroedels.
Als het dier niet te kieskeurig is in het landschap, kan het zich volgens de onderzoekers permanent vestigen in vrijwel het gehele noordoosten van Nederland, Flevoland, op de Utrechtse Heuvelrug en in grote delen van Noord-Brabant.
Als de wolf kritischer is op zijn omgeving, blijft het leefgebied beperkter. De onderzoekers verwachten dat het roofdier zich dan mettertijd zal verspreiden over de Veluwe, het zuidoosten van Flevoland, het Drents-Friese Wold en in delen van Noord-Brabant.
Onderstaande kaart laat zien welke gebieden volgens het onderzoek geschikt zijn voor wolven:
Op dit moment leven de negen wolvenroedels in Nederland op de Veluwe (zeven), Midden-Drenthe en in het grensgebied van Friesland, Drenthe en Overijssel. Een roedel telt volgens de onderzoekers gemiddeld vijf tot negen wolven. In 2015 is er voor het eerst weer een wolf in Nederland gesignaleerd en in 2018 vestigde een eerste wolf zich permanent op de Veluwe.
Op welke termijn Nederland de 23 tot 56 roedels zal huisvesten is onduidelijk. “Dat is echt koffiedik kijken”, zegt ecoloog Dennis Lammertsma van Wageningen University & Research, die meeschreef aan het onderzoek. “Dat hangt van allerlei factoren af. Hoeveel jongen krijgen ze? Eindigen ze op de snelweg, trekken ze naar België?”
Opportunist
Voor hun onderzoek gebruikten de wetenschappers onder meer informatie over de typen landschap waar wolven met zenders in Duitsland in leven, zoals bos en heide. Die informatie stopten ze in een model, samen met informatie over het landschap in Nederland, de bevolkingsdichtheid en bijvoorbeeld de mate waarin mensen het landschap hebben aangepast.
Precies voorspellen waar wolven zich vestigen, is onmogelijk. De wolf is volgens de onderzoekers “een ‘plastische soort’, een opportunist die zich aanpast aan nieuwe omstandigheden”. Wolven hebben beboste gebieden nodig waarin ze nestplekken vinden. Jonge wolven die op zoek zijn naar een eigen leefgebied kunnen daarentegen overal opduiken, ook in steden.
Menselijke invloed
De wetenschappers noemen het onwaarschijnlijk dat een roedel zich permanent in het westen van het land vestigt, omdat de invloed van de mens daar relatief groot is. Ook noemen ze vestiging in het zogenoemde open cultuurlandschap, zoals de Flevopolders, Friesland en Zeeland, minder waarschijnlijk. Helemaal uit te sluiten is het alleen niet.
“Deze kaart maakt vooral duidelijk dat we wolvenroedels ook kunnen verwachten buiten natuurgebieden zoals de Veluwe, het Drents-Friese Wold en de Utrechtse Heuvelrug”, zegt Glenn Lelieveld, coördinator van het wolvenmeldpunt van de Zoogdiervereniging. “Deze resultaten komen in grote lijnen overeen met mijn onderzoek uit 2014, waarin ik zo’n 59 roedels voorspelde.”
Lelieveld vindt het onderzoek vooral belangrijk voor beleidsmakers. “Hoe gaan zij mensen die wonen in de gebieden waar de wolf naartoe komt helpen om samen te leven met hun nieuwe buurman met grote tanden? Het contact tussen mensen en wolven moet zo minimaal mogelijk blijven, in ieders belang.”
Aanvallen op vee
Het is aan de provincies om met het groeiende aantal wolven om te gaan, laat een woordvoerder van demissionair minister Van der Wal weten.
De Europese Commissie onderzoekt of de beschermde status van de wolf aangepast kan worden en waarschijnlijk informeert Van der Wal de Tweede Kamer komende week over het standpunt dat zij in Europa wil innemen. Het Wageningse onderzoek is input voor een traject waarin wordt bepaald hoe het er met de wolf in Nederland voor staat; de zogeheten staat van instandhouding.