donderdag, 25. april 2024 – 13:38
Het RIVM heeft voor het eerst, op kleine schaal, onderzocht of het mogelijk is om radioactieve stoffen in het rioolwater aan te tonen. Dat blijkt het geval. Het RIVM vond jodium-131 en lutetium-177. Ziekenhuizen gebruiken deze stoffen bij de behandeling van patiënten. Dit onderzoek is een mooi voorbeeld van een nieuwe manier om radioactiviteit in het milieu te meten. En een nieuwe toepassing van rioolwateronderzoek.
Lozen van radioactieve stoffen soms toegestaan
In Nederland mogen ondernemers onder bepaalde voorwaarden radioactieve stoffen lozen op het openbare riool. Dat zijn vooral ziekenhuizen met een afdeling nucleaire geneeskunde. Via patiënten komen de gebruikte radionucliden in het toilet terecht en op die manier in de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI (Rioolwaterzuiveringsinstallatie)).
Radioactieve stoffen meetbaar in rioolwater
Het RIVM heeft voor dit onderzoek mee kunnen doen met de surveillance van het coronavirus in rioolwater. Er zijn 11 rioolwatermonsters onderzocht uit 5 verschillende RWZI’s. Op 4 van de RWZI’s zijn ook ziekenhuizen aangesloten. In dit onderzoek zijn alleen de radionucliden lutetium-177 en jodium-131 in detecteerbare hoeveelheden aangetroffen. Deze stoffen worden onder andere gebruikt voor de behandeling van prostaatkanker en voor aandoeningen van de schildklier.
Nuttig om radionucliden in rioolwater te meten
Dit onderzoek geeft nog geen overzicht van alle radionucliden die in rioolwater te vinden kunnen zijn. Het rioolwater is maar op een paar plaatsen onderzocht. Ook heeft de tijd tussen monstername en analyse invloed op welke radionucliden nog in het water meetbaar zijn.
Toch is het nuttig om rioolwater op radioactieve stoffen te onderzoeken. De hoeveelheid radioactieve stoffen in het riool kan gevolgen hebben voor de gezondheid van mensen en het milieu. Ook verandert steeds welke radionucliden in het rioolwater terecht komen, en de hoeveelheid ervan. Dit komt onder andere door de ontwikkelingen in de nucleaire geneeskunde.