meer geld en vernieuwende grondmaatregelen

Edward De Groot

Nieuwbouw in het Brabantse Boxtel

NOS Nieuws

De nieuwe coalitie noemt het terugdringen van het woningtekort een topprioriteit. Net als het huidige demissionaire kabinet willen de vier partijen dat er jaarlijks 100.000 woningen bij komen. Maar om dat voor elkaar te krijgen, zijn wel nieuwe maatregelen aangekondigd.

Nieuw is bijvoorbeeld dat er jaarlijks 1 miljard euro wordt uitgetrokken om de woningbouw te stimuleren en ook nog eens een half miljard voor de infrastructuur rond die nieuwe woningen.

Ook wil de coalitie meer gebieden aanwijzen voor grootschalige woningbouw, bij voorkeur rond bestaande infrastructuur zoals wegen en spoor. En er moet sneller gebouwd worden, door bijvoorbeeld bezwaarprocedures te beperken.

Bouwers blij

De branchevereniging van woningbouwbedrijven is positief. Voorgestelde maatregelen als het verlagen van bouwkosten, het beschikbaar maken van bouwgrond en het moeilijker maken om in beroep te gaan bij bouwprocedures, ziet de branche als essentieel. “Het is cruciaal dat we de bureaucratische hindernissen wegnemen”, zegt WoningBouwersNL-voorzitter Jac Vries.

De bouwbedrijven vinden 1 miljard steun wel te weinig. Als er geen 3 tot 5 miljard komt, zijn ze naar eigen zeggen genoodzaakt om relatief veel duurdere woningen bouwen, zodat ze toch winst kunnen maken. Maar de nieuwe coalitie wil, net als het demissionaire kabinet, dat twee derde van alle nieuwe woningen ‘betaalbaar’ wordt.

Ook opvallend: de coalitie wil dat woningcorporaties meer goedkopere huurwoningen voor middeninkomens kunnen bouwen. Dat wordt nu bemoeilijkt door EU-regels die dat als staatssteun zien. De coalitie wil daarom in Brussel inzetten op versoepeling van die regels.

Grondpolitiek

De coalitie heeft verder opmerkelijke plannen om het grondbeleid te veranderen. Er moeten twee nieuwe belastingen komen om sneller en makkelijker te kunnen bouwen. Enerzijds gaat het om een belasting op de waardestijging van grond, de zogeheten planbatenheffing. Verder moet er een belasting komen op braakliggende grond met een woonbestemming.

Die eerste heffing werkt als volgt. Landbouwgrond heeft nu bijvoorbeeld gemiddeld een waarde van zo’n 8 euro per vierkante meter. Maar dat verandert als een gemeente de bestemming wijzigt naar woningbouwgrond. Bouwkavels op het platteland kostten in 2022 namelijk gemiddeld zo’n 370 euro per vierkante meter.

Winst voor gemeente

Nu komt een belangrijk deel van die waardestijging bij de oorspronkelijke grondeigenaar terecht. Maar met de nieuwe heffing wordt die winst afgeroomd door de gemeente. En de opbrengsten van die heffing moeten van de coalitie gebruikt worden om nieuwe woonwijken bereikbaar te maken en betaalbare huizen te bouwen. .

Woningmarkteconoom Stefan Groot van Rabobank is positief over het plan. “Ik ben echt een voorstander hiervan. We moeten wel gaan kijken wat precies mogelijk is, want het betreft een complexe maatregel om uit te voeren en ook internationaal is er nog niet veel ervaring mee.”

Nog voldoende winst

Het tarief van de heffing moet alleen niet te hoog worden, zegt Groot. “Dan blijft het ook voor de oorspronkelijke eigenaar aantrekkelijk om grond te verkopen voor woningbouw. Want die maakt nog steeds voldoende winst.”

Ook Erik de Leve van adviesbureau Stec Groep is positief. “Je maakt ook speculatie op de grondmarkt een stuk minder interessant. De kans is groot dat partijen die alleen in grond handelen en niet betrokken zijn bij woningbouw ertussenuit verdwijnen door zo’n belasting.”

Maar niet iedereen is gelukkig met het plan. Jan Fokkema, directeur van Neprom, de branchevereniging voor projectontwikkelaars, noemde het afromen van de waardestijging vorig jaar al een ingewikkeld proces met weinig kans van slagen. “Op die manier zal de woningbouw eerder vertragen dan versnellen.”

Balanceeract

Dan de tweede grondmaatregel: een belasting op ongebouwde grond met een woonfunctie. Dat moet ertoe leiden dat projectontwikkelaars minder treuzelen met een bouwproject omdat ze bijvoorbeeld verwachten dat ze over een paar jaar meer kunnen verdienen aan de woningen die ze gaan bouwen.

Volgens De Leve kan dit werken, maar is het wel een balanceeract. “Als je een te laag bedrag als belasting vraagt dan zet het misschien weinig zoden aan de dijk, omdat de grondeigenaar die belasting dan gewoon voor lief neemt. Maar als het bedrag te hoog is dan kan het nieuwbouw frustreren. Want dan zijn ontwikkelaars misschien niet meer bereid om in een gebied te investeren, vanwege de extra risico’s door zo’n belasting.”

Vertraging komt volgens hem namelijk niet alleen door afwachtende ontwikkelaars. Ook bijvoorbeeld personeelstekorten of langslepende procedures kunnen bouwprojecten vertragen. Terwijl die belasting wel betaald moet worden.

Bron

Lees ook deze artikelen

Ads - Before Footer