NOS Nieuws•
In veel Nederlandse winkelstraten is het dit voorjaar weer net zo druk als vóór corona. Volgens marktonderzoeker Locatus – dat twee keer per jaar het aantal passanten telt in de 33 grootste stadscentra – is er sprake van een “forse opleving” in steden als Amsterdam, Utrecht, Maastricht en Den Bosch.
“We tellen daar hetzelfde aantal passanten of zelfs meer dan voor de pandemie”, zegt Gertjan Slob van Locatus. In 2022 en 2023, de eerste jaren na corona, werd al een voorzichtig herstel gezien en lag het aantal bezoekers op zo’n 75 procent in vergelijking met 2019. “Bij de tellingen van dit voorjaar zien we een opvallende verbetering.”
Slob ziet dat mensen weer gezellig willen winkelen: “Ik denk dat mensen de hang terughebben naar de winkelstraten, mensen willen weer op pad gaan. Online heeft bij sommige sectoren wel een klein beetje z’n maximum bereikt.”
Vooral A-locaties
In steden zoals Den Bosch, maar ook in Amsterdam en Maastricht loopt weer veel winkelend publiek. Ondernemers in Den Bosch zien dat er in de stad veel verschillende soorten winkels zijn met een mix van ketens en zelfstandige ondernemers. “In combinatie met de horeca en de cultuursector maakt dat Den Bosch heel aantrekkelijk”, zegt een ondernemer, die ook merkt dat het in haar winkel drukker is dan voor corona.
Niet alle plekken profiteren van de drukte. De concentratie van het winkelend publiek vindt vooral plaats bij de ‘retail hotspots’, grote steden waar veel voorbijgangers in de winkelstraten lopen. De drukste straat is het Damrak in Amsterdam, gevolgd door Hoog Catharijne in Utrecht.
Deze locaties zijn belangrijke looproutes tussen het station en de binnenstad. Op deze plekken liepen op een zaterdag zo’n 70.000 voorbijgangers. Tijdens en vlak corona waren dat er ongeveer 30.000.
Er zijn ook steden die juist achterblijven, zoals Rotterdam en Enschede. “In Rotterdam zijn ze bijvoorbeeld in de belangrijkste winkelstraat al tijden aan het verbouwen. Dat helpt natuurlijk niet.”
In kleinere steden ziet Locatus ook herstel, maar daar liggen de aantallen nog wel onder die van 2019. Volgens Slob worden dat centra die meer gericht zijn op boodschappen en dingen eromheen. “Het echte winkelen is daar zo langzamerhand aan het wegvloeien.”
Winkeliers zonder opvolger
De toegenomen drukte zegt alleen niks over de omzet van de winkels in de straat. Het zegt volgens Slob namelijk niks of mensen die er lopen ook echt kopers zijn. “Het zijn in ieder geval potentiele kopers. Het is aan de winkeliers om ze van de straat de winkel in te krijgen.”
Hoewel het drukker is in sommige winkelstraten neemt de leegstand in verschillende centra wel licht toe. Volgens Slob komt dat omdat de retail te maken heeft met problemen als stijgende kosten door de verhoging van het minimumloon. Daarnaast spelen ook het terugbetalen van de coronasteun en de hoge inflatie een rol.
Een andere factor is dat veel ondernemers op een leeftijd zijn dat ze langzaam met pensioen gaan. “Heel veel van hen hebben geen opvolger. Dus dat is ook een reden voor leegstand.”