NOS Nieuws•
Na een slecht 2022 door hoge brandstofprijzen, is ook 2023 uitgedraaid op een beroerd jaar voor de Nederlandse vissersvloot. Hoewel vissers vergeleken met een jaar eerder 30 miljoen euro (16 procent) minder kwijtwaren aan de belangrijke kostenpost, leed de kottervisserij 3,1 miljoen euro verlies, blijkt uit een berekening van de Wageningen University.
Het verlies komt vooral doordat de vloot door de sanering van schepen drastisch is verkleind. Hierdoor konden de quota van enkele belangrijke vissoorten niet worden binnengehaald. Zo werd van schol en tong ongeveer een derde minder aangevoerd.
Vooral in de In de garnalenvisserij is de malaise groot. De garnalenvissers zakten vorig jaar voor 8 miljoen euro in de rode cijfers. In 2022 boekten zij nog een winst van 5,5 miljoen euro.
Boomkorvissers, vissers die met twee sleepnetten over de bodem op platvis vissen, lieten wel herstel zien. Zij boekten na een verlies van 0,8 miljoen euro in 2022 vorig jaar 4,5 miljoen euro winst.
Kleine schepen
Hoewel de kleinere visserij vorig jaar nog wel winst maakte, groeien ook hier de zorgen. Vissers van onder meer schelpdieren, zeebaars en harder behaalden samen 2,3 miljoen euro winst. Dat was een jaar eerder nog ruim 8 miljoen euro. De teruggang komt mede doordat vorig jaar slechts 223 van de geregistreerde 435 vaartuigen actief hebben gevist.
De 45 mosselvissers hadden wel een goed jaar. De 4,5 miljoen kilo die zij binnenhaalden maakten de gedaalde prijs meer dan goed. Waar in 2022 nog 3 miljoen winst werd behaald, steeg dat in 2023 naar bijna 5 miljoen euro
De veroudering van de vloot wordt voor de visserij misschien wel het grootste probleem. Gemiddeld zijn de kotters 39 jaar oud. De Wageningen University ziet dat modernisering en vervanging van schepen en de aanschaf van zuiniger motoren uitblijven. Door het broze vertrouwen in de toekomst zien schippers ertegenop om hiervoor dure en moeilijk te krijgen leningen aan te gaan.
De coalitie van PVV, VVD, NCS en BBB belooft in het hoofdlijnenakkoord ervoor te gaan zorgen dat vissers “weer een goede boterham kunnen verdienen”. Om die reden is het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit omgedoopt tot ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.