Relatieve woonlasten in Nederland hoger dan in meeste EU-landen

Edward De Groot

dinsdag, 28. mei 2024 – 9:35

Den Haag

Nederlanders geven gemiddeld 23 procent van hun besteedbaar inkomen uit aan wonen. Daarmee staat Nederland op de zesde plek van de Europese Unie. De huren waren in Nederland in 2023 18,5 procent hoger dan in 2015. Met deze huurstijging staat Nederland in de Europese middenmoot. Dat meldt het CBS op basis van een vergelijking van woonlasten in de Europese Unie.

Om een beeld te krijgen van de betaalbaarheid van wonen in een land, kan gekeken worden naar het deel van het besteedbaar inkomen dat uitgegeven wordt aan huisvesting (huur of hypotheek). In Griekenland waren deze relatieve woonlasten het hoogst, in 2022 besteedde men daar gemiddeld 34 procent van het besteedbaar inkomen aan huisvesting. Van alle EU-lidstaten geven de Maltezen het kleinste deel van hun inkomen uit aan huisvesting, namelijk 9 procent in 2022. Nederlanders besteedden in 2022 gemiddeld 23 procent van het besteedbaar inkomen aan huisvesting, wat hoger is dan het Europees gemiddelde van 20 procent. Uit de jaarlijkse Monitor Brede Welvaart van het CBS blijkt dat deze relatieve woonlasten in Nederland een dalende trend volgen. Voor de meeste landen geldt dat de woonquote in 2022 iets lager was dan in 2015.

Woninghuren bijna overal in de EU hoger dan in 2015

In 2023 waren de huurprijzen in de Europese Unie gemiddeld 13,3 procent hoger dan in 2015. In elke lidstaat waren de huren hoger dan in 2015, behalve in Griekenland. Daar waren de huren in 2023 2,1 procent lager dan in 2015. In Nederland waren de huren 18,5 procent hoger. 

De huurstijging ten opzichte van 2015 was het hoogst in een aantal Midden- en Oost-Europese landen. In Litouwen waren de huren 68,2 procent hoger dan in 2015.

 

Bron

Lees ook deze artikelen

Ads - Before Footer